Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, stelt de school een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. Hierin staan de onderwijsdoelen en ondersteuning beschreven. De school doet dit binnen 6 weken nadat de leerling is toegelaten.
De school voert op overeenstemming gericht overleg met de ouders over het ontwikkelingsperspectief. Het handelingsdeel van dit ontwikkelingsperspectief kan pas na overeenstemming met de ouders worden vastgesteld. Dit geldt zowel bij het opstellen als bij het bijstellen van het ontwikkelingsperspectief. Scholen in het voortgezet onderwijs betrekken ook de leerling zelf hierbij. Als de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, is dit zelfs verplicht. In het ontwikkelingsperspectief worden de doelen van het onderwijs vastgelegd, de onderbouwing daarvan en de ondersteuning die de leerling krijgt. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief ten minste één keer per schooljaar met leerling en ouders.
Voor de volgende leerlingen moeten scholen verplicht een ontwikkelingsperspectief opstellen:
Reguliere basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs hoeven geen ontwikkelingsperspectief op te stellen voor leerlingen die ondersteuning krijgen wat in het basisondersteuningsaanbod zit, zoals begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching.
Aangepast: Zaterdag 30 Maart 2024 om 11:01
Door: Erica Jordans van Samenwerkingsverband V(S)O 25.06